Jaap Stalenburg, Statenlid in Fryslân, dacht dat hij alles al had meegemaakt. Maar de ‘belegering’ van het provinciehuis afgelopen zomer, met een bommelding als afsluiter, sloeg alles. In gesprek gaan met zowel de opstandige meute buiten de muren als met verbaal agressieve collega’s in de vergaderzaal is dé remedie.
Als sportjournalist stond Jaap Stalenburg wel eens tussen de hooligans, als verslaggever reisde hij door Irak, toen nog in oorlog. Zelden was hij bang, zegt hij, maar afgelopen zomer kwam de angst toch even dichtbij toen boze boeren, vrachtwagenchauffeurs en ‘wappies’ zich wekenlang ophielden bij het provinciehuis in Fryslân.
‘Ik ben in die periode vele keren geïntimideerd’, vertelt Stalenburg. ‘Je krijgt als Statenlid op zo’n moment van alles naar je hoofd geslingerd. Het ergste was de mededeling: “Ik weet wie je bent en waar je woont”. Drie keer reden er tractoren door mijn straat. Actievoerders dreigden ons met de boerentaxi (tractor, MvB) op te komen halen als we geen handtekening zouden zetten onder hun eisenpakket.’
‘Een tractor reed in op het provinciehuis en stopte een paar centimeter voor de ingang. En dan waren er nog de geruchten dat een politieke partij ervoor had gezorgd dat de actievoerders een plattegrond hadden van het provinciehuis, inclusief alle vluchtwegen en nooduitgangen.’ Met gevoel voor understatement: ‘Ja, er heerste afgelopen zomer een gespannen sfeer.’
Bommelding
De Statenleden deden ondertussen gewoon hun werk, zo goed en kwaad als dat kon. Tot die woensdag in juli toen ze tijdens de wekelijkse vergadering in het provinciehuis te horen kregen dat er een man met een bom onderweg was. Het personeel werd naar een schuilkelder gedirigeerd, de Statenleden kregen de opdracht in de veilig genoeg geachte vergaderzaal te blijven. Buiten patrouilleerde zwaarbewapende politie.
‘Ik vond het eng’, zegt Stalenburg. ‘Niet dat ik er zelf bang van werd, maar meer in de zin van dat er wereldwijd een beweging gaande is waarbij de politiek ter discussie wordt gesteld en de democratie ondermijnd wordt. In andere landen loopt het uit op gewelddadigheden, hier blijft het vooralsnog beperkt tot verbale agressie en dreigementen. Die tendens vind ik eng.’
Crisisbestendig
Stalenburg is namens de PvdA sinds 2019 lid van de Provinciale Staten in Fryslân, nadat hij zes jaar raadslid was in Heerenveen. ‘Als journalist vond ik overal iets van, ik heb veel opiniejournalistiek gedaan. Op een gegeven moment moet je dan zelf ook maar eens mee gaan doen, vond ik. Het voordeel van mijn werk als journalist is dat ik zaken snel kan analyseren, maar ook kan relativeren. En ik kan zakendoen met allerlei soorten mensen, met allerlei soorten meningen.’
Dat laatste komt hem goed van pas in Fryslân, waar onder meer het stikstofdossier veel aandacht vraagt en dus zelfs leidt tot agressie en intimidatie. Zelf is hij redelijk crisisbestendig, zegt hij, maar hij kent genoeg collega’s, ook binnen zijn partij, die echt last hebben gehad van de intimiderende sfeer afgelopen zomer. ‘Ik heb geen gezin en woon op een appartement, maar mensen met kinderen en een tuin kenden zeker wel angstige gevoelens. Zelf word ik vooral heel erg boos. Ik zit hier als volksvertegenwoordiger en word dan zó behandeld? Voor veel mensen is het geen leuk vak meer.’
Verbaal gevecht
Het zijn niet alleen dreigementen van buiten die Stalenburg raken, ook binnen de muren van de vergaderzaal wordt intimidatie en provocatie steeds meer gemeengoed, merkt hij. Zelf is hij nu bijna vier jaar Statenlid en zag in die korte tijd al veel veranderen. ‘Ooit was dit een keurig deftig college, maar de laatste jaren is het simpelweg een verbaal gevecht geworden. Wat dat met mij doet? Ik ga erin mee, je verhardt zelf ook als het spel zo hard gespeeld wordt.’
Zijn ervaringen in de journalistiek – Stalenburg wordt regelmatig om zijn mening gevraagd door BNR en WNL – zorgen ervoor dat hij verbaal sterk is en zelf net zo hard het debat in kan gaan als zijn opponent. ‘Maar als je nieuw bent en wat minder assertief, en je krijgt de volle laag van een van de rechtse partijen, dan sta je toch even te kijken.’
Assertief zijn
Het maakt ook dat er tegenwoordig andere eisen gesteld moeten worden aan nieuwe Statenleden, vindt Stalenburg. ‘We moeten steeds meer gewapend zijn tegen verbale agressie van partijen als PVV, FvD, Ja21 en BoerBurgerBeweging. Met alleen inhoudelijke kennis kom je er dan niet. Sterker, op die manier laat je je in de hoek duwen. Nu moet je vooral assertief zijn, niet bang zijn en tegelijkertijd je dossierkennis op orde hebben. Want onzin over bijvoorbeeld stikstofuitstoot moet je met feiten kunnen pareren.’
Stalenburg is van mening dat verbale agressie binnen de Statenzaal aangepakt moet worden. ‘Vaak wordt gezegd dat je ze een podium geeft als je erop reageert. Maar ik vind inmiddels dat we het niet meer over onze kant moeten laten gaan, zeker niet als het om racistische of discriminerende uitspraken gaat.’
In gesprek blijven
Weerbaarheid is essentieel, zeker in deze roerige tijden. Maar in weerbaarheidstrainingen of andere coachingsessies ziet Stalenburg niet veel. ‘Alles draait uiteindelijk om verbinding’, stelt hij. ‘De beste weerbaarheidstraining is de dialoog.’ Dat geldt wat hem betreft voor de omgang met zijn collega’s in de vergaderzaal, maar ook als het gaat om de activisten buiten de deuren van het provinciehuis.
‘In mijn eerste jaar als Statenlid ging ik elke week een Chardonnay drinken met twee collega’s van Forum voor Democratie. Ook al waren we het ongeveer overal over oneens, we bleven wel in gesprek. Helaas is dat niet houdbaar gebleken toen zij steeds meer radicaliseerden.’
Ook het gesprek met boze activisten gaat hij niet uit de weg. ‘Ik ontmoette pas op een bijeenkomst een groepje jonge radicale boeren. Ik heb met hen afgesproken dat we binnenkort met elkaar in gesprek gaan. Negen van de tien keer wordt de soep niet zo heet gegeten als hij wordt opgediend. Zeker niet als het om allerlei vreselijke uitspraken op social media gaat. Anonieme zenders blokkeer ik direct, maar anderen vraag ik wel eens om een keer te bellen of koffie te gaan drinken. Vaak blijkt het dan te gaan om een brave huisvader die bij wijze van spreken bij een sigarenfabriek werkt, maar die me op twitter dood heeft gewenst.’