Masterclass Wie is de baas in de provincie?


Inleiding

In deze masterclass staat de positie van Provinciale Staten ten opzichte van Gedeputeerde Staten, andere overheden, maatschappelijke en private spelers centraal. Tegenwicht bieden aan Gedeputeerde Staten is een steeds terugkerende uitdaging voor Provinciale Staten. De verhouding met andere overheden heeft aan urgentie gewonnen in een meerlagig Europa, waarin de nationale overheid regelmatig aan provincies de nadere uitvoering van Europese wetgeving overlaat. En provincies zijn nauw verbonden in allerlei beleidsnetwerken met publieke én private spelers. Staten worstelen daarmee, zo rapporteren ook provinciale rekenkamers. Wat kunnen Staten en Statenleden nog voor hun inwoners betekenen in hun kaderstellende en controlerende rol in deze situatie? Alle reden dus voor een masterclass over wie de ‘baas’ is in de provincie. Hieronder wordt op hoofdlijnen de inhoud van de drie bijeenkomsten van de masterclass geschetst. Voorafgaand aan elke bijeenkomst worden de deelnemers gevraagd om ter voorbereiding artikelen of rapporten uit wetenschap en praktijk te lezen. Bij de laatste bijeenkomst worden daarnaast één of meer gastsprekers uitgenodigd.

Programma

 

Bijeenkomst 1: Welke kaders stellen de Provinciale Staten nog in de provincie?

Kaderstelling is een belangrijke taak van Provinciale Staten. Maar het begrip kaderstelling wil nog wel eens verwarring wekken. Vandaar dat allereerst met elkaar wordt stilstaan wat kaderstelling eigenlijk is en hoe daar invulling aan kan worden gegeven. Vervolgens wordt nagelopen waarover Provinciale Staten nog kaders stellen, of dat dat in handen is gegeven (bewust of onbewust) van Gedeputeerde Staten en/of andere overheden in de verschillende beleidsdomeinen. Daarbij komt ook aan bod hoe Staten nog wél invloed zouden kunnen uitoefenen op kaders die anderen zij stellen.


Bijeenkomst 2: Opdrachtgever of raad van toezicht: Wat is de (gewenste) verhouding tussen Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten?

In deze bijeenkomst wordt ingezoomd op de verhouding tussen Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten. Zijn Provinciale Staten de baas of is het college van Gedeputeerde Staten dominant? En waardoor komt dat: is dat een kwestie van kunnen, afhankelijk van vernuft, tijd, middelen en ondersteuning van de Staten? Of is dat een kwestie van willen: dat coalitiepartijen Gedeputeerde Staten de ruimte willen laten? Daarbij wordt ook ingegaan op de gewenste verhouding: moeten Provinciale Staten actief opdrachtgever van Gedeputeerde Staten zijn of vooral reageren op de voorstellen en informatie van Gedeputeerde Staten als een soort van raad van toezicht?

Vervolgens wordt stilgestaan bij controle, een cruciaal element in de verhouding tussen Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten. Wat is eigenlijk doel van controle: het stimuleren van goede praktijken en het afleren van fouten, het voorkomen van machtsmisbruik door de uitvoerende macht en/of het realiseren van wat Provinciale Staten namens de inwoners wil? Daarbij wordt tot slot ook teruggekeerd bij het onderwerp van kaderstelling. Een provincie is in vrijwel alle beleidsdomeinen afhankelijk van andere bestuurslagen, bedrijven, maatschappelijke organisaties en inwoners. Wat een provincie voor elkaar wil krijgen, heeft zij dus maar deels in eigen hand. Hoe formuleren de Staten de opdracht, de kaders, op zo’n manier dat die naderhand daar Gedeputeerde Staten zinvol op kunnen aanspreken? Zijn daarbij andere controleurs ook nodig?


Bijeenkomst 3: confrontatie en samenwerking

Allerlei tegenstellingen zijn zichtbaar in het provinciebestuur. Er zijn allereerst politieke partijen met verschillende standpunten en stijlen. Sommige van die partijen maken deel uit van de coalitie, andere van de oppositie. Een andere scheidslijn is die van bestuur (GS) en volksvertegenwoordiging (PS), hoewel formeel dualisme in de praktijk meer op monisme kan lijken. Dan zijn er nog mogelijke tegenstellingen tussen dat wat het provinciebestuur wil en wat belanghebbende inwoners, organisaties of bedrijven willen. Democratie is georganiseerd conflict, dus dat er conflicten zijn, hoort bij politiek. Maar met die conflicten kan wel op verschillende manieren worden omgegaan. Enerzijds door confrontatie, het benadrukken van de tegenstellingen, anderzijds door juist samenwerking te zoeken over de tegenstellingen heen. Ook in provincies zien we beide krachten optreden. In deze derde bijeenkomst wordt ingezoomd op de omstandigheden die confrontatie dan wel samenwerking bevorderen en wordt besproken wanneer en waarom confrontatie dan wel samenwerking goed zou zijn.


Belangrijke informatie

De masterclass bestaat uit drie online sessies, waarin naast uitleg juist ook ruimte is voor Statenleden om ervaringen, strategieën en inzichten uit te wisselen.  De docenten zijn Harmen Binnema en Hans Vollaard, die eerder een aantal zeer gewaardeerde masterclasses verzorgden voor Statenleden in opdracht van Statenlidnu. U schrijft zich in voor alle drie de bijeenkomsten. Bij afwezigheid zijn we genoodzaakt de kosten in rekening te brengen, aangezien er maar een beperkt aantal plaatsen beschikbaar zijn.