
Tijdens de online workshop over de kadernota van donderdag 15 mei gaf Martine Koedijk, partner en sectorvoozitter lokale overheden bij accountants- en advieskantoor PwC, Statenleden waardevolle inzichten in het belang van de kadernota binnen de provinciale planning- en controlcyclus. Haar boodschap was helder: wie als Statenlid invloed wil uitoefenen op beleid en financiën, moet juist bij de kadernota scherp en actief zijn.
De kadernota vormt de basis voor de provinciale begroting van het volgende jaar. In dit document worden de inhoudelijke en financiële kaders en prioriteiten vastgelegd. Volgens Koedijk ligt in deze fase de grootste invloed van Statenleden: “Besluiten over bijvoorbeeld indexaties en beleidsrichtingen worden in de kadernota genomen. Later zijn deze nog maar beperkt te wijzigen.”
Koedijk roept Statenleden op om vroeg in het proces invloed uit te oefenen – door kritische vragen te stellen, moties in te dienen en eigen voorstellen te doen. De kadernota is immers hét moment voor politieke keuzes en richting.
Grip krijgen op informatie en alternatieven
Een veelvoorkomende uitdaging is dat Statenleden zich in een informatieachterstand bevinden ten opzichte van het college, dat ondersteund wordt door een ambtelijk apparaat. “Vaak is het proces te veel eenrichtingsverkeer,” waarschuwt Koedijk. Ze adviseert Statenleden expliciet te vragen naar de overwegingen achter voorstellen en mogelijke alternatieven: “Waarom is voor deze keuze gegaan, waren er ook andere opties?”
Ook is het belangrijk om u als Statenlid goed te verdiepen in de financiële verordening van de provincie. Hierin staat precies welke ruimte er is om bij te sturen. Koedijk pleit ervoor dat Statenleden zich actief mengen in dit soms technische domein, zodat ze hun kaderstellende rol optimaal kunnen vervullen.
Beïnvloedbaarheid en focus: maak het concreet
Een ander belangrijk aandachtspunt is het onderscheid tussen beïnvloedbare en niet-beïnvloedbare posten. Niet alles in de begroting is politiek stuurbaar – denk aan het provinciefonds. Koedijk verwijst naar goede voorbeelden zoals Utrecht en Zaanstad, waar in de begroting expliciet wordt aangegeven wat wel en niet beïnvloedbaar is. Dit helpt Statenleden hun aandacht te richten op waar ze wél verschil kunnen maken.
Daarnaast adviseert ze Statenleden om te kiezen voor een duidelijke focus: “Bepaal samen wat echt belangrijk is voor uw fractie. Maak doelen meetbaar en concreet. Hoe vager het doel, hoe moeilijker u het college er later op kunt aanspreken.” Bijvoorbeeld: een ambitie als ‘gezonde natuur’ klinkt goed, maar is zonder concrete invulling lastig te monitoren.
Waak voor een 'mini-begroting'
Koedijk waarschuwt ook voor een trend waarbij de kadernota steeds meer op een begroting begint te lijken. Dit beperkt de ruimte om bij de echte begrotingsbehandeling nog wijzigingen aan te brengen. “De kadernota moet richtinggevend zijn, timmer niet alles al dicht.” Ze roept Statenleden op hierover in gesprek te gaan als die tendens zich voordoet in hun provincie.
Denk verder dan de huidige bestuursperiode
Tot slot benadrukt Koedijk het belang van het meerjarenperspectief: “Het is verleidelijk om in vier jaar zoveel mogelijk te willen realiseren, maar houd oog voor de financiële wendbaarheid en weerbaarheid op de lange termijn. U wil ook ná uw Statenperiode een gezonde provincie achterlaten.”
Actieve rol essentieel
De boodschap van Koedijk is duidelijk: wie als Statenlid echt wil sturen, moet bij de kadernota alert zijn, zich goed voorbereiden en actief meedoen. Het is dé plek waar politieke keuzes vorm krijgen, en waar je invloed het grootst is.
Meer weten over provinciale financiën?
Meer informatie over de kadernota en provinciale financiën vindt u in de Statenlidnu Academie. In onze online leeromgeving kunt u bijvoorbeeld een leerlijn financiën volgen, kijkt u een webinar over provinciale inkomsten en belastingen en vindt u kennisclips over provinciale financiën.