Bekijk onze nieuwe kennisclips over stikstof

Gepubliceerd op 16 mei 2025 om 11:22

Provincies spelen een sleutelrol in het stikstofdossier. Zij zijn verantwoordelijk voor de gebiedsgerichte aanpak en moeten de vertaalslag maken van nationaal beleid naar haalbare doelen op lokaal niveau. Juist bij die doelsturing is maatwerk essentieel – en dat vraagt om een actieve en sturende rol van provincies in samenwerking met boeren, onderzoekers en andere betrokkenen.

Statenlidnu presenteert in samenwerking met Wageningen University & Research een serie van vijf krachtige kennisclips waarin vooraanstaande experts – prof. Wim de Vries, dr. Roel Jongeneel, prof. Martin Van Ittersum en dr. Gerard Ros – helder uitleggen hoe bedrijfsspecifieke doelsturing op stikstofverliezen en broeikasgasemissies kan bijdragen aan een duurzamere landbouw én een beter toekomstperspectief voor de sector.

In deze clips krijgt u antwoord op vragen als:

✅ Waarom is integrale doelsturing nodig?
✅ Welke vormen zijn het meest effectief?
✅ Hoe vertaal je wetgeving naar concrete doelen per bedrijf?
✅ Welke maatregelen en rekeninstrumenten helpen écht bij het terugdringen van emissies?

Kennisclip 1: Argumenten voor het overstappen van depositie naar emissiebeleid voor stikstof

In deze kennisclip vertelt prof. Wim de Vries dat er goede redenen zijn om over te gaan van depositie- naar emissiebeleid, om zo de hoge stikstofdepositie op natuur, veelal boven de kritische depositiewaarde (KDW), te verlagen. Vergunningverlening is anno 2025 gerelateerd aan extra depositie door extra activiteiten in (land)bouw: er zijn geen extra activiteiten mogelijk als de depositie toeneemt boven een zeer lage grenswaarde in gebieden waar de depositie hoger is dan KDW. Lokaal is echter zowel de berekende depositie als de KDW onzeker en dat geldt nog meer voor de extra depositie. Het huidige vergunningenbeleid is niet alleen zeer complex en ondoorzichtig maar het leidt ook nauwelijks tot de benodigde depositiereductie. Om de natuurkwaliteit te verbeteren is een gericht emissiebeleid voor stikstof nodig. Hiermee wordt het probleem bij de bron aangepakt en wordt ook het toekomstperspectief voor de landbouw concreet.


Kennisclip 2: Belang van integrale doelsturing op emissies

In de tweede kennisclip van deze serie gaat Wim de Vries in op het belang van integrale doelsturing op emissies in verband met effecten op natuur (ammoniak), klimaat (methaan en lachgas) en waterkwaliteit (nitraat en fosfaat).

Het huidige vergunningenbeleid voor stikstof op basis van depositie is niet alleen complex en ondoorzichtig, maar het richt zich in de landbouw uitsluitend op ammoniak. Er zijn echter niet alleen opgaven en daaraan gerelateerd wettelijke doelen voor emissies van ammoniak, maar ook voor broeikasgassen en voor waterkwaliteit. Door landelijke doelen te vertalen in doelen per bedrijf kan een werkend en effectief systeem van doelsturing per bedrijf worden opgezet.


Kennisclip 3: Vormen en implicaties van doelsturing

In de derde kennisclip van de serie gaat dr. Roel Jongeneel in op de vormen en implicaties van doelsturing. Doelsturing is een beleidsbenadering waarbij de overheid stuurt op de doelen en waarbij ze afziet van middelen voorschrijven om doelen te realiseren. Doelsturing kan overigens wel gecombineerd worden met middelvoorschriften waar dit nodig wordt geacht.

De huidige stikstofproblematiek maakt duidelijk dat het gewenst is om op korte termijn bedrijven te stimuleren actief bij te dragen aan het verminderen van stikstofverliezen. Op langere termijn levert een systeem met normeren en beprijzen van emissies de beste garantie op emissiereductie, en draagt zo bij aan een effectief landbouw- en natuurbeleid.


Kennisclip 4: Varianten voor de berekening van toelaatbare emissies per bedrijf

In de vierde kennisclip van onze serie over doelsturing als oplossing voor de stikstofcrisis gaat prof. Martin Van Ittersum nader in op een aantal opties om, uitgaande van nationale reductiepercentages, bedrijfsspecifieke normen voor emissies van ammoniak, en voor de broeikasgassen lachgas en methaan af te leiden. Deze normen geven aan hoeveel emissies toelaatbaar zijn om zo de natuur-, water- en luchtkwaliteit te beschermen.

Op basis van een gewenste landelijke reductie ten opzichte van het referentiejaar 2018, een veronderstelde verdeling daarvan over grondgebonden en niet-grondgebonden sectoren en die reducties dan te delen door het landbouwareaal of aantal dieren worden toelaatbare emissies per hectare en per dier afgeleid. Uit een vergelijking van doelen en huidige emissies blijkt dat vrijwel alle bedrijven een opgave hebben waarvan de zwaarte afhangt van de uitgangssituatie van de bedrijven.


Kennisclip 5: Potentie en borging van maatregelen

In de vijfde en laatste kennisclip van onze serie over doelsturing als oplossing voor de stikstofcrisis legt dr. Gerard Ros uit hoe doelen per bedrijf bereikt kunnen worden op basis van een combinatie van Managementmaatregelen die passen binnen een goede landbouwpraktijk, Technische en sociale innovaties en Zo nodig veranderingen in de landbouwstructuur, zoals teeltverboden voor uitspoelingsgevoelige gewassen of veestapelreductie.

Bij verbeterd management gaat het om maatregelen in relatie tot veevoeding en diermanagement, stal- en huisvesting, bemesting, bodembeheer en gewaskeuze.

Daarnaast gaat dr. Ros in op de borging van emissies via een combinatie van bedrijfsdata, berekeningen en metingen, waarmee ondernemers kunnen aantonen dat ze binnen de gestelde emissie normen blijven. Het advies is daarbij om gebruik te maken van een eenvoudige rekentool gecombineerd met al beschikbare bedrijfsgegevens, zoals het TAN-gehalte in mest of het ureumgehalte in melk.